Broodjes met honing en citroen

Broodjes met honing en citroen (9 stuks)


Deeg:

• 350 gram tarwebloem
• 4 gram droge gist
• 50 gram suiker
• 25 gram zachte ongezouten roomboter
• 230 gram (volle) melk, 20 - 25 ºC
• 6 gram zout

Vulling:

• 40 gram pecannoten
• 60 gram gele rozijnen
• 10 gram suiker
• 45 ml honing
• geraspte schil van 1 kleine citroen
• 3/4 theelepel citroensap
• 15 gram zachte ongezouten roomboter (om het deeg mee te bestrijken)

Glazuur:

• 50 gram suiker
• 60 ml honing
• 15 gram ongezouten roomboter
• geraspte schil van 1 kleine citroen

Hieronder staat de werkwijze voor het deeg in een standmixer kneden, maar het deeg kan uiteraard ook in een broodbakmachine (deegprogramma of alleen kneden) of met de hand gekneed worden.

Deeg in een standmixer kneden: Meng tarwebloem, suiker en gist in de kom. Wrijf de boter er met je vingertoppen door. Voeg de melk toe en meng met de platte klopper of een pollepel door elkaar. Voeg het zout toe en kneed met de kneedhaak in 10 - 15 minuten (stand 2) tot een soepel deeg dat van de wand van de kom loslaat. Het mag nog iets aan de bodem kleven. Het deeg is goed gekneed als je er een vliesje van kunt trekken.

1e rijs: Vorm een bal van het deeg en leg de deegbal in een licht met olie ingevette kom. Dek de kom af en laat het deeg 60 - 90 minuten rijzen, het hoeft niet helemaal in volume te verdubbelen.

Maak intussen de vulling: hak de pecannoten grof. Meng de pecannoten, rozijnen, suiker, honing, citroenschil en citroensap in een schaaltje door elkaar.

Vormen: Stort het deeg op een licht met olie ingevette werkplek. Rol het met een deegroller uit tot een vierkant van 24 cm. Laat het deeg als het 'tegenstribbelt' een paar minuten afgedekt liggen en ga dan weer verder met uitrollen.

Bestrijk de deegplak met de zachte boter. Verdeel de vulling er gelijkmatig over, laat de randen vrij. Rol het deeg stevig op, knijp de naad dicht. Leg de deegrol met de naad naar beneden op een snijplank. Snijd met een scherp (gekarteld) mes in 9 gelijke stukken.

Leg de rolletjes met de snijkant naar beneden in een ingevet bakblik (rond of vierkant) van 24 cm doorsnede. Dek het bakblik af en laat de deegrolletjes in ± 1 uur tot bijna dubbel volume rijzen.

Oven voorverwarmen: Verwarm intussen de oven voor op 190 ºC (boven-/onderwarmte).

Bakken: Bak de broodjes in het midden van de oven in 25 - 30 minuten gaar en goudbruin. Los ze direct uit de bakvorm en laat ze op een rooster afkoelen.

Glazuur: Verwarm alle ingrediënten voor het glazuur in een pannetje met dikke bodem op middelhoog vuur. Laat aan de kook komen. Zet het vuur iets lager en laat ± 3 minuten zachtjes pruttelen tot het indikt.

Lepel het glazuur over de warme broodjes en laat ze afkoelen.