18 april 2012

BreadLab & Levine @ TeaBar in Amsterdam

Collage

Ben ik me toch opeens een pop-up baker .....

Aanstaande zondag, 22 april, ben ik samen met Freerk van The BreadLab te vinden bij de Teabar Pop-up Bakery in Amsterdam.

Vanaf 13.00 uur ben je welkom om onder het genot van je favoriete thee allerlei (h)eerlijke thuisoven-juweeltjes te komen proeven. Kies bijvoorbeeld uit Franse Kaneelbroodjes, roommastellen, verschillende koekjes, madeleines of de niet te versmaden Macarons van Freerk. Heb je geen tijd om uitgebreid thee te drinken? Dan neem je toch gewoon iets lekkers mee naar huis!

Meer lezen over deze samenwerking tussen The BreadLab en Uit de keuken van Levine en deze editie van 'All You Can Tea'? Klik dan hier.



16 april 2012

Hoe maak je zuurdesem

Edit: Dit artikel is het meest gelezen artikel op mijn blog en ook het artikel met de meeste vragen. Heb je een vraag lees dan vooral ook de reacties op dit artikel. Wellicht dat het antwoord op je vraag daar al bij staat. In mijn (2e) boek Meer brood uit eigen oven heb ik al deze vragen ook uitgebreid beantwoord. Zowel in mijn 1e boek Brood uit eigen oven als Meer brood uit eigen oven staat informatie over bakken met desem.

Laten we het eens over desem hebben, ik heb immers de laatste tijd een aantal recepten geplaatst waarin desem de hoofdrol speelt. Broden met desem smaken naar meer en gelukkig is de hoeveelheid brood die hier per week wordt geconsumeerd vrij hoog. Met dank ook aan de deelnemers aan de workshops die tijdens de lunch iedere keer het broodmandje compleet leeg eten en er zo voor zorgen dat ik steeds weer nieuwe broden moet/kan/mag bakken.

Jaren geleden heb ik al eens geknoeid met het maken van desembroden. Ik volgde toen de methode die ook op internet te vinden is van een paar eetlepels bloem/meel losroeren met wat water en dat vervolgens laten staan en er af en toe wat bloem/meel en water bijvoegen. Ik had allerlei potjes prut op mijn aanrecht staan, maar waar ik nou precies mee bezig was, was me een raadsel. Als ik er vervolgens een brood mee ging bakken met een ook op internet gevonden recept klopte er niks van. Het werd een te droog of een te nat deeg, dat vervolgens niet rees omdat ik zo had zitten knoeien met de hoeveelheden dat het hele recept uit balans was.

Eén van mijn eerste serieuze broodbakboeken, het boek Bread van Jeffrey Hamelman, bracht al een beetje licht in de duisternis. Andere boeken volgden zoals bijvoorbeeld The Bread Baker's Apprentice van Peter Reinhart, Artisan Baking van Maggie Glezer, Local Breads van Daniel Leader, Baking Artisan Bread van Ciril Hitz en The Fundamental Techniques of Classic Bread Baking van The French Culinary Institute. In al die boeken trof ik naast de recepten een mysterieuze opsomming van getallen aan, aangegeven in procenten. In het begin besteedde ik daar nauwelijks aandacht aan, want ik had werkelijk geen idee wat ermee bedoeld werd. Totdat ik me er echt in ging verdiepen en niet alleen de recepten las, maar alle boeken in z’n geheel. Toen viel het kwartje! Brood bakken is niet alleen afwegen, maar ook rekenen. Sinds die tijd behoort een rekenmachine tot de vaste attributen in mijn keuken. Die procenten geven de bakkersformule aan, de formule die achter ieder broodrecept schuil gaat en waarmee bakkers over de hele wereld met elkaar kunnen “praten”, want het maakt namelijk niet uit of je nou in grammen, kilo’s, ounces, pounds of whatever werkt. Als ik nu een recept uit één van bovenstaande boeken maak, kijk ik als eerste naar het recept in procenten, de bakkersformule. Ik zie dan in één oogopslag wat voor een brood het gaat worden, wat voor deeg ik kan verwachten. Ik kan dan als ik dat wil het recept met een paar drukken op de knoppen van de rekenmachine veranderen, bijvoorbeeld het percentage zout verhogen of verlagen, de hoeveelheid vocht aanpassen of de totale hoeveelheid deeg wijzigen. Ook ben ik nu in staat om (bijna, zie verder in het artikel) alle broodrecepten waar die formule niet bij staat om te zetten naar de bakkersformule en op die manier het recept te controleren of te wijzigen. Ik zit nu dan ook nooit meer met mijn handen in het haar omdat mijn deeg niet is hoe ik het wil hebben.

Desem ……… hoe kom je er aan of hoe maak je het?
Als je in de buurt van Rijswijk woont kun je een beetje desem bij me komen halen in de workshopruimte (alleen op afspraak) of erom vragen als je een workshop bij mij volgt. Je kunt het ook heel eenvoudig zelf maken.

Helaas zwerven er op internet nogal wat indianenverhalen over desem. Zo zou je als je een desem gaat starten het potje zonder deksel een tijdje buiten moeten zetten om gisten uit de lucht te vangen, maar dat is echt niet nodig! De enzymen/micro-organismen die nodig zijn voor het ontstaan van een desem zijn van nature al aanwezig in meel (en in mindere mate in bloem) en zitten ook op onszelf en in de lucht om ons heen.

Er zijn meerdere manieren om een desem te maken. Hieronder staat een recept voor het maken van een desem op basis van tarwebloem met een hydratatie van 100% (ja, daar komen de procenten weer die te maken hebben met de bakkersformule). Een hydratatie van 100% betekent dat er evenveel bloem/meel als water in de desem zit. Alleen door de ingrediënten te wegen weet je precies wat de hydratatie (vochtgehalte) van je desem is. Dat afwegen is belangrijk, want alleen als je dat doet kun je een recept ook precies uitrekenen c.q. kan je uitrekenen of controleren hoeveel water je verder nog moet toevoegen om een soepel en werkbaar deeg te krijgen. Door af te wegen krijg je nooit een te nat of een te droog deeg en weet je precies hoeveel van de andere ingrediënten zoals zout je nog moet toevoegen.

--------------------
Even tussendoor: met een recept met als ingrediënten 200 gram desem op kwarkdikte, 600 gram tarwebloem, 9 gram zout, 300 – 350 ml water kan ik niks. Ik kan het namelijk niet uitrekenen. Ik weet niet hoeveel bloem en hoeveel water er in de desem zit. Die hoeveelheden heb ik nodig om uit te kunnen rekenen hoeveel vocht ik verder moet toevoegen en ook de hoeveelheid zout kan ik niet uitrekenen. De hoeveelheid zout is namelijk ook belangrijk om een goed deeg te verkrijgen. Ik moet dan gaan gokken en daar hou ik niet van. Bakkers gokken ook nooit als het om deeg gaat, zij rekenen ook alles precies uit.
--------------------

Ook als je een desem op basis van tarwebloem wilt maken kun je het beste beginnen met (een deel) roggemeel. Roggemeel bevat namelijk 200 keer zoveel micro-organismen dan bloem. Deze micro-organismen zitten in de zemel van de graankorrel. Als de desem na een aantal dagen begint te bubbelen en rijzen (de start van het ontstaan van het gistingsproces) kan je hem gaan voeden met tarwebloem in plaats van roggemeel.

Werk schoon, gebruik schone lepels en bakjes/potten en voedt/ververs de desem volgens onderstaand schema. Gebruik een doorzichtig bakje of pot, zo kun je goed de veranderingen in het mengsel zien. Als je hem gevoerd hebt doe dan een elastiekje om het bakje/pot. Het elastiekje gebruik je om de hoogte van de desem na het verversen aan te geven zodat je kunt zien of en hoeveel de desem in volume is toegenomen.

Ik herhaal het nog maar eens: weeg de ingrediënten die je toevoegt (meel/bloem en water) af. De hoeveelheid die je steeds weggooit kun je afwegen, maar dat hoeft niet. Je kunt het ook op het oog doen. Dat scheelt dan weer ;-).

Sluit de bakjes of potten waarin je de desem maakt af met een deksel of plastic folie. Bij gebruik van glazen (jam)potten draai je het deksel er losjes op. Ik gebruik zelf meestal plastic bakjes, de deksel druk ik er gewoon op.

Zet een desem tijdens de opbouwfase niet te warm of te koud weg. 20 – 25 °C is een goede temperatuur. In een te warme omgeving – boven de 25 °C – kunnen verkeerde bacteriën gaan groeien en die kunnen een desem vernielen. In een te koude omgeving komt het hele proces niet goed op gang.

Gebruik tijdens het verversen water met een temperatuur van 21 – 25 °C.

Door steeds een gedeelte van het mengsel weg te gooien voordat je het weer gaat voeden geef je de desem vers “voedsel” zodat het sneller actiever wordt. En ja dat weggooien is zonde, maar als je het niet doet krijg je een potje, emmer, babybadje en vervolgens een zwembad vol met desem en wat moet je daar vervolgens dan weer mee …..?

Desem op basis van tarwebloem – 100% hydratatie


De foto's hieronder zijn indicaties, mijn desem had er zin in. Het kan er bij jullie anders uit zien!

NB: wil je een desem op basis van roggemeel, volkorenmeel, speltmeel of speltbloem maken volg dan ook onderstaande procedure en vervang de tarwebloem door de gewenste meel-/bloemsoort.

Dag 1
  • 100 gram water
  • 75 gram roggemeel
  • 25 gram tarwebloem
Neem een schoon bakje en doe daar water, roggemeel en tarwebloem in. Roer met een schone lepel door elkaar. Schraap de wand van het bakje met een pannenlikker schoon. Doe het deksel (losjes) op het bakje en laat het mengsel 24 uur op kamertemperatuur staan.

Zuurdesem dag 1


Dag 2
Misschien zie je al wat bubbeltjes, dat hoeft echter niet. Het mengsel kan ook wat naar ruiken, geeft niets. Deze nare geur verdwijnt tijdens de volgende dagen.

Zuurdesem dag 2
Er is al iets veranderd, er zijn kleine bubbeltjes te zien
en de kleur is lichter geworden
  • 100 gram van het mengsel van dag 1
  • 75 gram water
  • 50 gram roggemeel
  • 25 gram tarwebloem
Roer alles met een schone lepel door elkaar. Schraap de wand van het bakje met een pannenlikker schoon. Doe het deksel (losjes) op het bakje en laat het mengsel 24 uur op kamertemperatuur staan.

Dag 3
Als je geluk hebt is het mengsel nu al actief, het kan zelfs in volume verdubbeld zijn. Is het in volume verdubbeld dan betekent het in dit stadium niet dat je er al mee kunt bakken! Je hebt namelijk nog niet de goede micro-organismen te pakken, het mengsel kan daardoor ook heel vies ruiken. Het kan ook zo zijn dat je alleen wat bubbels ziet of misschien zie je helemaal niets. In alle gevallen ga je door met voeren/verversen.

Zuurdesem dag 3
Op dag 3 al verdubbeld in volume, maar let op:
je kunt er nog niet mee te bakken! De verkeerde micro-organismen
hebben nu nog de overhand!
  • 100 gram van het mengsel van dag 2
  • 75 gram water
  • 25 gram roggemeel
  • 50 gram tarwebloem
Roer alles met een schone lepel door elkaar. Schraap de wand van het bakje met een pannenlikker schoon. Doe het deksel (losjes) op het bakje en laat het mengsel 24 uur op kamertemperatuur staan.

Dag 4
Het mengsel zal nu actief moeten zijn en in volume verdubbeld. Het kan na 24 uur weer ingezakt zijn tot het niveau van na de voeding van dag 3. Mocht het mengsel niet verdubbeld zijn herhaal dan dag 3, is het wel verdubbeld ga je door met onderstaande hoeveelheden.

Zuurdesem dag 4
Binnen 24 uur in volume verdubbeld en weer ingezakt.
Het rode elastiekje geeft de
hoogste stand aan
  • 100 gram van het mengsel van dag 3
  • 75 gram water
  • 15 gram roggemeel
  • 60 gram tarwebloem
Roer alles met een schone lepel door elkaar. Schraap de wand van het bakje met een pannenlikker schoon. Doe het deksel (losjes) op het bakje en laat het mengsel 24 uur op kamertemperatuur staan.

Dag 5, 6 en 7
Als het mengsel in de afgelopen 24 uur in volume is verdubbeld (of zelfs verdrievoudigd) is je starter bijna klaar voor gebruik. Vanaf nu voer/ververs je het mengsel alleen met water en tarwebloem.

Zuurdesem Dag 6
De desem wordt steeds lichter in kleur naarmate
hij met meer bloem dan meel wordt gevoerd.
Ook wordt de consistentie dunner
  • 100 gram van het mengsel van dag 4
  • 100 gram water
  • 100 gram tarwebloem
Roer alles met een schone lepel door elkaar. Schraap de wand van het bakje met een pannenlikker schoon. Doe het deksel (losjes) op het bakje en laat het mengsel 24 uur op kamertemperatuur staan. Als het mengsel zich op dag 7 in 6 – 8 uur kan verdubbelen of verdriedubbelen is je desem klaar voor gebruik. Je kunt het mengsel vanaf dag 5 ook iedere 12 uur verversen met bovenstaande ingrediënten om sneller een actieve desem te verkrijgen die uit alleen tarwebloem bestaat.

Heb je meer desem nodig dan kan je hem meer voeding geven door bijvoorbeeld 100 gram van de desem te verversen met 200 gram water en 200 gram tarwebloem (1:2:2). Je kunt ook het deel dat je anders weg zou gooien voeren/verversen.


Wil je meer weten over desem maken, onderhouden en gebruiken, de geheimen van brood bakken, bak je al brood maar is het te vast, rijst het niet goed, zakt het in, kortom lukt het niet om goed brood te bakken of wil je nog meer tips en foefjes leren? Volg dan 1 van mijn workshops of koop mijn boek Brood uit eigen oven en/of Meer brood uit eigen oven (zie de links rechts bovenaan de pagina).

15 april 2012

Zuurdesembrood met rozijnen, pecannoten en koekkruiden

Zuurdesembrood met rozijnen, cranberries, hazelnoten, pecannoten en koekkruiden

Tijdens de lunches bij de workshops laat ik de deelnemers verschillende broden proeven. De laatste tijd zijn dat veelal broden die gemaakt zijn met desem, zo ook dit brood met rozijnen, pecannoten en koekkruiden. De reacties op dit brood zijn bij iedere workshop hetzelfde ……. Bijna niemand houdt het bij één sneetje. Dit brood gaat vaak helemaal op! Iedereen wil het recept en soms wordt er gevraagd of ik nog van deze broden in de vriezer heb en zo ja of ze het dan mogen kopen. Grappig detail is dat dit brood vaak tot het laatste wordt bewaard, want het is een zoet brood. Blijkt daaruit dat wat we als klein kind hebben geleerd nog steeds is blijven hangen? Eerst hartig dan pas zoet? Het zoete komt overigens alleen van de rozijnen want er is verder geen suiker in verwerkt. Ik eet het zelf vaak alleen met wat boter erop, meer heeft het niet nodig. Een plakje kaas of appelstroop is er ook lekker op.

Met de vulling varieer ik trouwens regelmatig. Soms doe ik er ook nog gedroogde cranberries of in stukjes gesneden gedroogde vijgen in en/of vervang ik een deel van de pecannoten door hazelnoten. Ook lekker!


Zuurdesembrood met rozijnen, pecannoten en koekkruiden – 2 broden
  • 3,5 gram droge gist
  • 9 gram zout
  • 2 theelepels koekkruiden
  • 125 gram blauwe rozijnen
  • 125 gram gele rozijnen
  • 60 gram pecannoten, grof gehakt
Wel de rozijnen 15 minuten in lauw water en laat ze in een vergiet uitlekken en drogen. Dep ze voordat ze aan het deeg toegevoegd worden zonodig met keukenpapier goed droog.

Deeg kneden in een standmixer:
Doe zuurdesem en water in de kom en roer door elkaar. Voeg de tarwebloem toe en kneed met de deeghaak in ± 4 minuten tot een ruw deeg. Dek de kom af en laat het deeg 20 minuten staan.

Voeg de gist en het zout aan het deeg toe. Kneed met de deeghaak in ± 6 minuten tot een deeg. Het deeg is goed gekneed als je er een vliesje van kunt trekken: vet je handen in met wat zonnebloemolie en neem een stukje van het deeg af (formaat golfbal). Trek dat al ronddraaiend voorzichtig uit tot een vliesje (denk aan een kauwgombel). Kneed het deeg nog een paar minuten als het snel scheurt en probeer het weer.

Voeg koekkruiden, rozijnen en pecannoten aan het deeg toe en kneed erdoor.

1e rijs:
Doe het deeg over in een licht met zonnebloemolie ingevette kom, 1 x keren zodat alle kanten met wat olie bedekt zijn. Laat het deeg in ± 60 minuten tot dubbel volume rijzen.
Het deeg is goed gerezen als je er met een vinger in prikt en het gat blijft zichtbaar.

Vormen:
Stort het deeg op een licht met zonnebloemolie ingevette werkplek (vet ook je handen in met wat olie dan plakt het deeg minder aan je handen) en druk de lucht eruit (= doorslaan). Verdeel het deeg met een deegsteker in twee gelijke stukken. Bol beide stukken deeg losjes op en laat ze afgedekt ± 20 minuten liggen. Bol de deegstukken vervolgens nog een keer op – nu wat steviger - voor een rond brood (een boule) of vorm er een batard (langwerpig brood) van.

2e rijs:
Leg ieder stuk deeg ondersteboven - met de naad = lelijke kant naar boven - in een bebloemd rijsmandje. De deegstukken kunnen ook - goed afgedekt - op een stuk bakpapier op een pizzaschep of op een bakplaat rijzen. Laat het deeg afgedekt in ± 60 minuten tot bijna in volume verdubbelen. Het deeg is goed gerezen als je er met een vinger op drukt en het veert langzaam terug.

Oven voorverwarmen:
Verwarm intussen de oven met daarin een broodbak-/pizzasteen voor op 230/220 ºC. Zet de laatste 10 - 15 minuten een lege hittebestendige lage schaal, bijvoorbeeld een braadslede, op de bodem of onderste richel van de oven.

Bakken (oven met boven- en onderwarmte):
Leg een groot stuk bakpapier op een pizzaschep of op een omgekeerde bakplaat (= zonder rand). Stort het deeg voorzichtig uit de rijsmandjes op de pizzaschep of omgekeerde bakplaat. De goede kant van het deeg - wat de onderkant in het rijsmandje was - komt nu bovenop te liggen. Als je de broden op een bakplaat hebt laten rijzen bak je ze ook op de bakplaat.

Snijd het deeg met een scherp mes enkele keren in.

Schuif beide broden met papier en al op de hete steen. Doe in de meeverwarmde ovenschaal/braadslede wat ijsblokjes of giet er ± 2 dl kokend water in (pas op voor je handen!). Doe de ovendeur direct dicht.

Verlaag na 20 minuten de oventemperatuur naar 200 ºC. Trek het bakpapier onder de broden vandaan en haal de ovenschaal/braadslede uit de oven (pas op: er kan nog heet water in zitten). Bak de broden in nog ± 15 minuten gaar en goudbruin.

Laat de broden op een rooster volledig afkoelen voordat je ze gaat snijden. Invriezen gaat prima!

Bakken in een Rofco oven:
Verwarm de oven voor op 220/230 °C. Bak de broden totdat ze gaat kleuren, ± 8 minuten, draai dan de temperatuur terug naar 50 °C. Bak de broden in nog ± 30 minuten gaar.

Zuurdesembrood met rozijnen, cranberries, hazelnoten, pecannoten en koekkruiden


Rozijnenbrood met koekkruidenen en pecannoten

08 april 2012

Franse kaneelbroodjes

Franse kaneelbroodjes

Het deeg van deze heerlijke krokante zoete kaneelbroodjes lijkt een beetje op croissantdeeg, het wordt ook een aantal keren gevouwen, maar deze broodjes zijn veel makkelijker te maken dan croissants. Dit deeg hoeft niet steeds tussen het uitrollen en vouwen door in de koelkast te rusten zoals bij croissantdeeg wel moet; het hoeft slechts 1 x te rusten in de koelkast.

Franse kaneelbroodjes

Deeg
  • 500 gram tarwebloem
  • 10 gram droge gist
  • 30 gram suiker
  • 9 gram zout
  • 300 gram volle melk, kamertemperatuur
  • 55 gram zachte ongezouten roomboter, klontjes
Vulling
  • 200 gram ongezouten roomboter uit de koelkast
  • 100 gram suiker
  • 1 – 2 theelepels kaneel
Hieronder staat de werkwijze voor het kneden van het deeg in een standmixer, maar het deeg kan uiteraard ook in een broodbakmachine of met de hand gekneed worden. Volg het recept dan verder vanaf de 1e rijs.

Deeg kneden in standmixer:
Doe tarwebloem, gist, suiker, zout en melk in de kom. Kneed met de deeghaak tot de bloem de melk heeft opgenomen, ± 3 minuten. Voeg dan de boter in klontjes toe. Kneed in nog 5 - 8 minuten tot een soepel deeg dat van de wand van de kom loslaat. Het deeg hoeft niet volledig ontwikkeld te zijn, met andere woorden: een mooi vliesje trekken lukt nog niet.

1e rijs:
Vorm een bal van het deeg en leg de deegbal in een licht met zonnebloemolie ingevette kom, 1 x draaien zodat alle kanten met een beetje olie bedekt zijn. Dek de kom af met ingevet plastic folie of een douchemuts en laat het deeg op kamertemperatuur in 60 – 90 minuten tot dubbel volume rijzen.

Uitrollen en vouwen:
Stort het deeg op een licht met bloem bestrooide werkplek en druk de lucht eruit (= doorslaan). Rol het deeg met een deegroller uit tot een rechthoek van 30 x 50 cm.

Franse kaneelbroodjes

Schaaf de koude boter met een kaasschaaf (of snijd met een scherp mes) in dunne plakjes. Verdeel de plakjes boter over 2/3 deel van het deeg.

Franse kaneelbroodjes


1e keer vouwen:
Vouw het deeg in 3-en: vouw de onderkant (het deel van het deeg zonder boterplakjes) van het deeg naar boven.

Franse kaneelbroodjes

Vouw nu de bovenkant (het deel met de boterplakjes) naar beneden (zoals een brief in 3-en).

Franse kaneelbroodjes

Je hebt nu drie laagjes deeg. Druk de naden met je vingers dicht.

Draai het deeg een kwartslag, de dichte vouw van het deeg ligt nu aan de linkerkant.

Bebloem zonodig de werkplek voordat je het deeg weer gaat uitrollen, het deeg mag er niet aan vastplakken.

Rol het deeg weer uit tot een lap van 30 x 50 cm. Als het deeg tegenstribbelt dek het dan af en laat het 5 – 10 minuten liggen voordat je verder gaat met uitrollen.

Franse kaneelbroodjes

2e keer vouwen:
Vouw het deeg weer in 3-en zoals bij de 1e keer vouwen. Je hebt nu weer drie laagjes deeg.

Franse kaneelbroodjes

Franse kaneelbroodjes

Rust:
Verpak het deeg in plastic folie en leg het (op een dienblad) 30 – 45 minuten in de koelkast.

Franse kaneelbroodjes

Vormen:
Haal het deeg uit de koelkast, verwijder de plastic folie en leg het deeg met de dichte vouw aan de linkerkant (het is nu een kwartslag gedraaid ten opzichte van de 2e vouw) op een licht met bloem bestrooide werkplek. Rol het deeg uit tot een rechthoek van 35 x 75 cm. Als het deeg tegenstribbelt dek het dan af en laat het 5 – 10 minuten liggen voordat je verder gaat met uitrollen.

Bestrijk de deegplak met een kwastje met water. Meng de suiker met de kaneel en strooi de kaneelsuiker over de deegplak. Laat de randjes aan de lange kanten van het deeg vrij.

Franse kaneelbroodjes

Rol het deeg vanaf een lange kant stevig op.

Franse kaneelbroodjes

Knijp de naad goed dicht en leg de rol deeg met de naad naar beneden op de werkplek.
Snijd de rol met een scherp mes of een deegsteker in plakken van ± 2,5 cm. Je kunt hier ook een flossdraad voor gebruiken.

Franse kaneelbroodjes

Druk met een bebloemde steel van een pollepel een gleuf midden in de deegstukjes. De randjes komen nu naar buiten.

Franse kaneelbroodjes

Leg de gevormde deegstukken met enkele centimeters tussenruimte op een bakplaat bekleed met bakpapier of bakmatje. Als ze niet allemaal op één bakplaat passen verdeel je ze over meerdere bakplaten. Bak de broodjes dan achter elkaar.

Oven voorverwarmen:
Verwarm de oven voor op 200 °C (boven-/onderwarmte).

2e rijs:
Laat de broodjes 30 – 45 minuten rijzen, ze hoeven niet helemaal in volume te verdubbelen.

Franse kaneelbroodjes

Bakken:
Bak de broodjes in ± 20 minuten gaar. Ze zijn nog zacht als ze uit de oven komen, maar worden tijdens het afkoelen knapperig. Laat ze op een rooster afkoelen.

Bakken in een Rofco oven:
Verwarm de oven voor op 210/220 °C. Bak de broodjes totdat ze gaat kleuren, ± 8 minuten, en draai dan de temperatuur terug naar 50 °C. Bak de broodjes in nog ± 12 minuten gaar.

01 april 2012

Pancakes (met zuurdesem)

Pancakes

“Kom” dacht ik vanmorgen “ik doe eens gek, ik ga voor het eerst van mijn leven pancakes voor het ontbijt bakken”.
Omdat ik genoeg desem had staan ben ik op zoek gegaan naar een recept waarin dat gebruikt wordt. Op de blog Wild Yeast vond ik wat ik zocht.

Het beslag was zo gemaakt en zo stond ik vanmorgen pancakes te bakken. Niet in een koekenpan maar op de platte platen van mijn Cuisinart grill.

Ze waren oké, maar ze moeten beter kunnen. Ze haalden het niet bij de lekkere pancakes met blueberries die ik diverse keren in New York City bij Stage Door Deli als ontbijt heb gegeten. Wat vervelend nu, moet ik toch ook weer een ander recept uitproberen ☺.

Stage Door Deli in New York City

Pancakes eten bij Stage Door Deli in New York City

Met onderstaand recept bak je 14 kleine pancakes.

Pancakes

Roer met een garde alle ingrediënten in een schaal door elkaar.

Bak de pancakes in een koekenpan of op een platte grillplaat. Gebruik voor iedere pancake ± 60 ml beslag. Omdraaien zodra er bubbeltjes te zien zijn.

Serveer er boter en maple syrup bij.

De pancakes waren lekker :-)