16 februari 2007

Deense maandzaadbroodjes

Deze Deense broodjes zijn erg lekker bij het ontbijt of bij een kopje thee/koffie. Boter hoeft er niet meer op want dat zit er al in! Vers gebakken zijn ze op hun best, maar ze kunnen ook heel goed ingevroren worden en als ze ontdooid zijn even worden 'opgepiept' in de oven.

Deense maandzaadbroodjes
  • 7 gram droge gist
  • 120 gram water, lauwwarm
  • 10 gram suiker
  • 240 gram lauwwarme melk (eerst tot kookpunt verhitten,
    dan laten afkoelen tot lauwwarm)
  • 50 gram ei
  • 7 gram zout
  • 226 gram zachte roomboter - verdeeld in 2 x 113 gram
  • ± 560 gram tarwebloem
Om te bestrijken en te bestrooien:
  • 1 eiwit, los geklopt met 1 eetlepel water
  • maanzaad
De gist in het lauwwarme water oplossen. Suiker, lauwwarme melk en ei loskloppen en toevoegen. 15 - 20 minuten laten staan.

Deeg kneden met standmixer: Doe bloem en 113 gram boter in de kom wrijf er met de hand of platte klopper de boter door totdat het mengsel kruimelig is. Voeg het gistmengsel toe en kneed ongeveer 4 minuten. Voeg dan het zout toe en kneed nog ongeveer 8 minuten tot een zacht elastisch deeg ontstaat dat van de wand van de kom loslaat. Het deeg is goed gekneed als je er een vliesje van kunt trekken.

1e rijs: Vorm een bal van het deeg en leg de deegbal in een licht met zonnebloemolie ingevette kom, 1 keer draaien zodat alle kanten met een beetje olie bedekt zijn. Dek de kom af en laat het deeg 30-45 minuten rijzen. Bekleed intussen twee bakplaten met bakpapier of een bakmatje.

Vormen: Rol het deeg op een licht bebloemd oppervlak uit tot een vierkant van 40 cm. Strijk de resterende boter (113 gram) op de helft van het deeg uit. Laat daarbij een rand 1 cm vrij.

Vouw de helft zonder boter over de helft met boter en druk goed aan, druk ook de naden dicht.

Het deeg nogmaals vanaf de lange kant dubbel vouwen en goed aandrukken. Het deeg is nu ongeveer 10 - 12 cm breed en 50 cm lang.

Verdeel het deeg met een deegsteker in twee gelijke stukken. Bestrijk beide stukken deeg met het losgeklopte eiwit/water en bestrooi met maanzaad.

Snijd beide stukken deeg met deegsteker in 7 - 8 driehoeken.

2e rijs: Leg de stukken deeg op de bakplaten. Dek het deeg af (je kunt de bakplaten ook in een grote plastic zak schuiven) en laat het deeg 30 - 45 minuten rijzen of totdat de broodjes bijna in volume verdubbeld zijn.

Verwarm intussen de oven voor op 205 ºC.

Bakken: Bak de broodjes in 15-20 minuten gaar en bruin. Bak de twee bakplaten direct na elkaar.

Aangepast recept uit “The Great Scandinavian Baking Book” van Beatrice Ojakangas.

1 opmerking:

Ellen zei

Goh, wat een leuk recept weer. En de broodjes zien er zeer smakelijk uit zeg!