Amandel-kaneelbroodjes

Heerlijke, zachte broodjes met een vulling van boter, amandelen en kaneel. Het vormen ziet er ingewikkeld uit, maar dat valt reuze mee. Het is een kwestie van het in repen gesneden deeg twisten en vervolgens oprollen als een slakkenhuis. Succes verzekerd!

Amandel-kaneelbroodjes (± 24 stuks)

Deeg:

• 500 gram tarwebloem
• 75 gram fijne kristalsuiker
• 7 gram droge gist
• 8 gram zout
• 260 gram volle melk, lauwwarm
• 1 ei, maat L
• 75 gram zachte ongezouten roomboter, in klontjes

Vulling:

• 50 gram zachte ongezouten roomboter
• 40 gram kristalsuiker
• 40 gram amandelmeel (= gemalen amandelen)
• 1 theelepel kaneel

Verder:

• zonnebloemolie, om kom en werkplek mee in te vetten
• 1 à 2 bakblikken, bekleed met bakmatje of bakpapier
• 1 ei, losgeklopt met 1 eetlepel melk voor de afwerking

Hieronder staat de werkwijze voor het deeg kneden in een standmixer (bijvoorbeeld een KitchenAid) beschreven, het deeg kan uiteraard ook in een broodbakmachine of met de hand gekneed worden.

Werkwijze deeg kneden in een standmixer: Doe alle ingrediënten voor het deeg behalve de roomboter in de kom. Kneed met de deeghaak ± 5 minuten. Voeg dan de roomboter in klontjes toe, niet allemaal tegelijk. Het zal er nu als een smurrie uit gaan zien, geen paniek, gewoon door blijven kneden. Kneed in nog ± 10 minuten tot een soepel deeg, het mag nog iets aan de bodem kleven. Het deeg is goed gekneed als je er een vliesje van kunt trekken: neem een bolletje van het deeg af en trek dat al ronddraaiend voorzichtig uit tot een vliesje. Als het deeg snel scheurt is het nog niet goed gekneed.

1e rijs: Vorm een bal van het deeg en leg de deegbal in een licht met zonnebloemolie ingevette kom, 1 x draaien zodat alle kanten met een beetje olie bedekt zijn. Dek de kom af en laat het deeg op kamertemperatuur in 60 – 90 minuten tot dubbel volume rijzen.

Vormen: Stort het deeg op een licht met zonnebloemolie ingevette werkplek, druk de lucht eruit (= doorslaan) en bol het losjes op. Laat de deegbal afgedekt ± 20 minuten liggen.

Maak intussen de vulling: Roer de kristalsuiker, het amandelmeel en de kaneel in een schaaltje door elkaar.

Rol het deeg uit tot een lap van 30 x 50 cm.

Bestrijk de hele deeglap met de zachte boter. Dit gaat het makkelijkst met je vingers ☺, je kunt natuurlijk ook een kwastje gebruiken.

Bestrooi de helft van de deeglap (de lange onder- of bovenkant) met het amandelmengsel. Vouw het deeg dubbel: vouw de helft zonder amandelmengsel over de helft met amandelmengsel. Je hebt nu een deeglap van 15 x 50 cm.

Snijd de deeglap met een deegsteker in repen van ± 1,5 - 2 cm.

Let op: dit is een foto van een ander recept, het principe van repen snijden is hetzelfde

Twist de repen en rol ze als een slakkenhuis op. Steek het uiteinde onder het deeg en knijp het deeg samen.

Let op: dit is een foto van een ander recept, het principe van de repen twisten is hetzelfde

Let op: dit is een foto van een ander recept, het principe van oprollen tot een slakkenhuis is hetzelfde

Verdeel de broodjes met een tussenruimte van ± 5 cm over de bakplaten.

2e rijs: Dek het deeg af met ingevet plastic folie en laat de broodjes in ± 60 minuten tot bijna in volume verdubbelen.

Oven voorverwarmen: Verwarm de oven tijdens de 2e rijs voor op 200 °C.

Bakken: Bestrijk de broodjes met het eimengsel en bak ze in ± 15 minuten gaar en bruin. Laat ze op een rooster afkoelen. De broodjes kunnen ingevroren worden.

Bron: aangepast recept uit the Nordic Bakery Cookbook