Pagina's

07 oktober 2007

Appeltaartje

In mijn vorige bericht beloofde ik het recept van een appeltaartje. Het deeg van dit taartje is hetzelfde als van de tomaten-kaastaart met basilicum, alleen de rand wordt in dit geval bestrooid met wat suiker. Meer uitleg over het deeg en foto's hoe je het taartje vormt kan je vinden in de posting over de tomaten-kaastaart. Ieder taartje is genoeg voor 4 - 6 personen.

Appeltaartje 2 taartjes

Deeg:
  • 3 eetlepels zure room
  • 80 ml ijskoud water
  • 140 gram bloem
  • 35 gram maismeel
  • 1 theelepel suiker
  • ½ theelepel zout
  • 100 gram koude boter, in kleine stukjes
Vulling:
  • 3 kleine appels
  • 125 gram rozijnen
  • 1 dl bruine rum
  • 30 gram hazelnoten, geroosterd en fijngehakt
  • 25 gram bruine basterdsuiker
  • 1 theelepel kaneel
  • 1 eetlepels custardpoeder
  • 20 gram boter, in kleine flinters
  • ± 2 theelepel suiker om rand mee te bestrooien

Deeg:
Doe de bloem, maismeel, suiker en zout in een grote kom en roer door elkaar.

Koude klontjes boter toevoegen en met 2 messen of een pastry blender door de bloem snijden tot de boter ongeveer de grootte van broodkruimels en doperwten heeft.

Meng de zure room met het ijswater.

Sprenkel het zure roommengsel eetlepel voor eetlepel over het bloemengsel. Roer tussendoor voorzichtig met een vork om. Niet kneden of "prakken" met de vork, gewoon rustig omscheppen. Je ziet dat het deeg steeds meer samenhang krijgt. Als het nog te droog is nog wat ijskoud water toevoegen, niet meer dan een theelepel tegelijk.

Pak met je handen het deeg uit de kom, maak er een bal van. Het moet nu heel makkelijk tot een bal te vormen zijn zonder dat het deeg uit elkaar valt.

Verdeel het deeg in 2-en en vorm van ieder stuk een platte schijf en verpak apart in plastic folie. Laat tenminste 2 uur in de koelkast opstijven.

De taartjes:
Week de rozijnen enkele uren in de rum.

Snijd de appels in kleine stukjes en meng met de uitgelekte en droog gedepte rozijnen, hazelnoten, basterdsuiker en kaneel.

Verwarm de oven voor op 200 ÂșC .
Bekleed een bakplaat met een bakmatje of bakpapier.

Rol ieder stuk deeg uit tot een ronde lap van ongeveer 27 cm. Zorg ervoor dat er voldoende bloem onder de lap deeg ligt zodat het niet aan het werkoppervlak blijft kleven.
Leg er de bodem van een springvorm (26 cm) op en snijd met de botte kant van een mes het deeg uit. Leg de lappen deeg op een met bakmatje/bakpapier bekleedde bakplaat.

Bestrooi de deeglappen met de custardpoeder. Schep het appelmengsel erop (zorg ervoor dat er niet teveel rozijnen bovenop liggen), laat een rand van ± 2 cm vrij. Leg de flinters boter op het appelmengsel.

Vouw nu de rand over de vulling, het deeg gaat vanzelf plooien vormen. Maak de rand met een kwastje nat met water en bestrooi met suiker.

Bak de taartjes in het midden van de oven in 35 - 40 minuten gaar en bruin. Laat op een rooster afkoelen tot lauwwarm of kamertemperatuur voor het opdienen.

Lekker met wat stijfgeklopte slagroom erbij.

Eet smakelijk!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten