31 december 2006

Een gelukkig 2007!


Ik wens al mijn lezers een heel gelukkig, voorspoedig, vrolijk, gezellig en culinair 2007!

Oliebollen en appelflappen

Vandaag (terwijl ik dit typ is het midden in de nacht, straks dus....) is het weer zover..... dan verdwijn ik een paar uur in de keuken om de jaarlijkse oliebollen en appelflappen te bakken. Ik had eigenlijk gepland om ze buiten te bakken, maar om met een elektrische frituurpan en oliebollenbeslag in de wind en regen buiten te gaan staan lijkt me niet zo'n goed idee. Dat wordt dus, voor zover dat kan met dit weer, de ramen open en bakken maar.

Zo maak ik al jaren mijn oliebollen en appelflappen:

Oliebollen

  • ± 4 ½ dl melk
  • 40 gram verse gist
  • 1 ½ theelepel suiker
  • 1 ei, losgeklopt
  • 500 gram bloem
  • 10 gram zout
  • 100 gram rozijnen
  • 100 gram krenten
  • 75 gram sukade, in kleine stukjes
  • poedersuiker om te bestrooien
Rozijnen en krenten 1 uur of langer weken in water (of rum, dat is ook erg lekker). In zeef uit laten lekken en droogdeppen met keukenpapier.

Melk verwarmen tot ± 40 °C. Boven kommetje gist verkruimelen, ½ theelepel suiker en de helft van de warme melk toevoegen. Roeren tot gist is opgelost en ± 10 minuten laten staan.

Boven kom bloem en zout zeven. In midden kuiltje maken. Hierin schenken: gistmengsel, 1 theelepel suiker, rest van melk en ei. Met houten lepel (of met de KitchenAid met de paddle/platte klopper) van midden uit tot glad beslag roeren en ± 3 minuten doorroeren. Beslag is goed van dikte als het in stukken van de lepel valt. Rozijnen, krenten en sukade erdoor scheppen.
Kom afdekken met ingevet plastic folie en op warme plaats ± 1 uur laten rijzen.

Olie in frituurpan tot 180° C verhitten. Met twee lepels of ijsbolletjestang deeg uit beslagkom scheppen en in hete olie doen. De oliebollen in ± 5 minuten laten rijzen en goudbruin bakken. Laat ze even uitlekken op keukenpapier. Bestrooi ze voor het serveren met poedersuiker.

Wil je ze warm eten verwarm dan voor het serveren de oven voor op 150 - 175° C en laat ze in ± 15 minuten warm worden.

Appelflappen
  • 150 gram zelfrijzend bakmeel
  • ½ theelepel zout
  • 1 ei
  • 2 dl melk
  • 5 eeetlepels suiker
  • 1 eetlepel kaneel
  • 5 appels, bijv. goudrenetten
  • poedersuiker of kaneelsuiker om te bestrooien
Boven kom zelfrijzend bakmeel en zout zeven. Kuiltje maken en hierboven ei breken. Helft van melk erin schenken. Met garde van midden uit tot glad beslag roeren. Al roerende rest van de melk toevoegen.

In diep bord suiker en kaneel door elkaar roeren.
Met appelboor klokhuizen uit appels boren. Appels schillen en ze in plakken snijden (± 1 ½ cm dik). De appelplakken aan beide kanten in suikermengsel drukken. Op bord leggen.

De olie in frituurpan verhitten tot 180° C. De appelplakken door beslag halen, even laten uitdruipen en in ± 3 minuten goudbruin en gaar bakken. Laat ze even uitlekken op keukenpapier. Bestrooi ze voor het serveren met poedersuiker of kaneelsuiker.

29 december 2006

Uientaart uit de Elzas

Een heerlijke hartige quiche met een vulling van uien, spek, roomkaas en room, afkomstig uit de Elzas. Serveer deze taart als hoofdgerecht met een frisse ijsbergsla met bijvoorbeeld een walnotenvinaigrette en wat geroosterde pijnboompitjes. Een vinaigrette is een klassieke dressing voor over sla. Het wordt gemaakt door in een verhouding van 3:1 (olijf)olie te mengen met (wijn)azijn. Vervolgens worden er zout, peper en mosterd aan toegevoegd (voor de walnotenvinaigrette: 3 eetlepels walnotenolie, 1 eetlepel wijn- of balsamicoazijn, 1 theelepel mosterd).

Uientaart uit de Elzas


Deeg:
  • 200 gram bloem
  • ½ theelepel zout
  • 100 gram koude roomboter, in blokjes
  • 1 ei, losgeklopt
  • 2 eetlepels koude melk
Vulling
  • 500 gram uien, in halve ringen
  • 30 gram boter
  • 100 gram gerookt spek, in reepjes
  • 2 eieren
  • 150 ml slagrom
  • 75 gram verse roomkaas (Mon Chou voor warme gerechten)
  • zout en versgemalen peper
Verder:
  • ronde lage taartvorm, 24 - 26 cm Ø, ingevet
  • bakpapier
  • steunvulling (bijv. gedroogde witte bonen of keramische bakbonen)
Deeg: bloem en zout boven kom zeven. Koude klontjes boter toevoegen en met 2 messen (of een pastry blender, zie foto) door de bloem 'snijden' tot de boter heel fijn verdeeld is.








Ei en 2 eetlepels melk met een vork erdoor roeren.
Met een koele hand het mengsel snel tot een samenhangend deeg kneden. Als deeg te droog is nog iets melk toevoegen. Dit kan je ook in een keukenmachine met het mes erin doen.








Deeg in plastic folie verpakken en ± 1 ½ laten rusten in de koelkast.

Oven voorverwarmen op 220 °C.

Deeg op een licht bebloemde werkplek dun uitrollen een paar cm groter dan de vorm zodat je een opstaand randje kan maken. In vieren vouwen en in ingevette bakvorm uitvouwen. Snij het randje mooi bij. Prik de deegbodem met een vork in.

Leg het bakpapier erin en doe daar de steunvulling op. Bodem in het midden van de oven 15 minuten bakken.

Steunvulling en bakpapier verwijderen en bodem nog ± 5 minuten bakken.
Vulling: boter smelten en uien met deksel op de pan ± 30 minuten zachtjes laten smoren, niet bruin laten worden. Uien iets laten afkoelen. Intussen reepjes spek in droge koekenpan in ± 5 minuten uitbakken. Uien over deegbodem verdelen, spekjes erover verdelen.

Eieren loskloppen met de room, roomkaas, zout en peper. Eimengsel over de uien en spek schenken.

Taart in het midden van de oven in ± 30 minuten lichbruin bakken. Na 20 minuten oven terugschakelen naar 180 °C. De taart is goed als het eimengsel gestold is.

Eet smakelijk!

28 december 2006

Toetjes!

De kerst is weer voorbij, alle restjes zijn verwerkt in andere gerechten en eindelijk is het restant van onze nagerechten ook opgegeten :-). En ik moet eerlijk bekennen dat ik voorlopig geen toetje meer kan zien!

Ik had veel te veel gemaakt en zo hebben we 2e kerstdag en gisteren ook nog een lekker toetje gegeten. Ik kon namelijk niet kiezen en had een 'Grand dessert' gemaakt. En ja, dan hou je wat over....

Grand dessert
  • Tobleronemousse met sinaasappelsaus (recept)
  • Flensjes met vanillecrème (recept)
  • Half peertje (recept)
  • Schepje Boerenjongens
  • Toefje slagroom
Eet smakelijk!

Flensjes met vanillecrème


Ik heb deze flensjes gebruikt als onderdeel van een 'Grand dessert' en er 1 per persoon (in plaats van 3) geserveerd.
De flensjes en de vanillecrème kan je al van tevoren maken en op een koele plaats bewaren. Wacht wel met het vullen van de flensjes tot vlak voor het serveren. Je kunt de flensjes ook eerst in de oven of magnetron verwarmen en daarna met de vanillecrème bestrijken.

In plaats van eieren te scheiden en alleen de eidooiers te gebruiken heb ik eidooiers uit de koeling gebruikt. Een handige kartonnen verpakking met daarin alleen dooiers (ook verkrijgbaar met alleen eiwitten). Ik heb hiervan 65 gram gebruikt voor de vanillecrème.

Vanillestokjes waren in de dagen voor kerst nergens te verkrijgen bij mij in de buurt! In plaats daarvan heb ik vanille gebruikt uit een klein potje wat mijn dochter een tijdje geleden heeft meegebracht uit Frankrijk. Misschien ook wel in Nederland te koop, maar ik heb het in ieder geval nog nooit gezien.

Ook lekker is om nog een beetje advocaat door de vanillecrème te roeren en de sinaasappelsaus van de Tobleronemousse smaakt er ook heel lekker bij!

Flensjes met vanillecrème
(4 personen)

Flensjes:
  • 150 gram bloem
  • mespuntje zout
  • 1 ei
  • 3 dl melk
  • 50 gram ongezouten roomboter, gesmolten
Vanillecrème:
  • 4 eidooiers
  • 80 gram suiker
  • 1 eetlepel bloem
  • 2 ½ dl melk
  • 1 vanillestokje, opengesneden
Garnering:
  • cacaopoeder of poedersuiker
  • chocoladekrullen of -vlokken
  • eventueel vers fruit (frambozen, bosbessen, aardbeien)
Flensjes: bloem met zout mengen, in midden kuiltje maken en hierin ei en de helft van de melk schenken. Vanuit het midden tot vrij dun, glad beslag kloppen. Gesmolten boter erbij roeren.
Van beslag in hete koekenpan 12 flensjes bakken en laten afkoelen.

Vanillecrème: in kom eidooiers met suiker tot luchtige crème kloppen. Bloem en vanillestokje toevoegen en melk al roerend in delen toevoegen. Overdoen in pannetje met dikke bodem en op zacht vuur al roerend in ± 10 minuten tot een gebonden saus laten koken. Vanillestokje verwijderen en laten afkoelen.

Serveren: flensjes met vanillecrème bestrijken, met cacao bestrooien en in vieren opvouwen. Flensjes over borden verdelen en met nog wat cacao of poedersuiker bestrooien. Garneren met chocoladekrullen of -vlokken (en vers fruit).

Eet smakelijk!

Tobleronemousse met sinaasappelsaus

Een erg lekkere, maar machtige chocolademousse gemaakt met Toblerone chocolade. Toblerone is een Zwitserse melkchocolade met daarin honing en amandelnougat. De beroemde driehoekige vorm van het chocolade reep is ontleend aan de Zwitserse Matterhorn.

Tobleronemousse met sinaasappelsaus
(6 - 8 personen)
  • 300 gram Toblerone chocolade
  • 2 eieren
  • 2 eetlepels poedersuiker
  • 4 dl slagroom
  • 2 dl sinaasappelsap (vers geperst)
  • schil van 2 sinaasappels
  • 100 gram suiker
  • 5 eetlepels sinaasappelmarmelade
  • scheutje Grand Marnier (optioneel)
Hak de chocolade in stukjes en au bain-marie of in de magnetron laten smelten. Laat wat afkoelen.
Eieren met de poedersuiker schuimig kloppen en door gesmolten chocolade roeren.
Slagroom bijna stijfkloppen en voorzichtig in twee gedeelten door chocolademengsel spatelen. Minstens 4 uur laten opstijven in de koelkast (kan tot 24 uur van tevoren).

Met scherp mes of dunschiller brede repen van sinaasappel schillen. Verwijder zoveel mogelijk wit van de schil, dit smaakt namelijk bitter. Snijd de repen in smalle reepjes.
Sinaasappelsap aan de kook brengen, reepjes toevoegen en de reepjes ± 10 minuten laten koken. Uit sap scheppen en droogdeppen.

1/2 liter water met de suiker aan de kook brengen en tot dikke stroop laten inkoken. Van vuur af reepjes schil erdoor roeren en 30 minuten laten marineren. Reepjes schil uit siroop halen (eventueel eerst nog eventjes verwarmen, dan gaat het makkelijker) en uit laten lekken/drogen op een rooster of stuk aluminiumfolie.
Roer de sinaasappelmarmelade (en de Grand Marnier) door het overgebleven sap.

Saus eventjes verwarmen tot vloeibaar. Met een ijsbolletjestang bolletjes mousse op bordjes scheppen. Garneren met wat reepjes sinaasappelschil. Saus er omheen scheppen.

Eet smakelijk!

27 december 2006

Stoofpeertjes (uit de slowcooker)

Ik heb in mijn leven nog nooit zulke lekkere, mooie en rode stoofpeertjes gemaakt! Ik wist niet wat ik zag, ze werden altijd wel rood, maar zooooooo rood, nee.
Het geheim is de slowcooker!

In een slowcooker, ook wel crockpot genoemd, worden gerechten heel langzaam gaar en alle smaken komen volledig tot hun recht. Doordat alles zonder grote hitte en al te veel gesudder gaar wordt blijven de ingrediënten heel. In een slowcooker kan je van alles klaarmaken, van soep tot stoofschotels, van paté tot toetjes, Vis, vlees, groenten en fruit.

Groot voordeel van een slowcooker is dat je de pan kan aanzetten en er verder geen omkijken meer naar hebt. Je kan bij wijze van spreken de pan 's morgens aanzetten (uiteraard met alle ingrediënten erin....), de hele dag iets anders gaan doen en als je thuis komt is je eten klaar! Het is niet nodig om steeds te roeren, omdat gerechten geleidelijk en op lage temperatuur worden bereid. Overkoken of aanbranden is er niet bij! Sommige slowcookers hebben een timer die automatisch de warmhoudstand inschakelt als de ingestelde tijd afgelopen is. Handig voor als je toch later wilt eten of voor laatkomers.

Een slowcooker bestaat uit een metalen buitenpan met daarin een verwarmingselement en een aardenwerk binnenpan. De binnenpan kan je eruit nemen en zo op tafel zetten. De binnenpan van mijn slowcooker, van het merk Russell Hobbs, is verdeeld in tweeën: een klein en een groot gedeelte. Het leek me handig, dan kan je twee verschillende gerechten tegelijk (groente en vlees bijvoorbeeld) klaar maken, maar dat heb ik eigenlijk nog nooit gedaan. Nadeel van de gescheiden gedeelten is dat je er geen langwerpige vorm in kan zetten om bijvoorbeeld paté of een gestoomde cake te maken. Er zitten twee standen op: hoog en laag, te gebruiken afhankelijk van het gerecht en de tijd die het nodig heeft om gaar te worden.

En dan nu de peertjes zelf. Je kan ze als bijgerecht serveren of als toetje, met een bolletje ijs en/of een toefje slagroom. Ik heb ze zelf gebruikt als onderdeel van mijn 'kersttoetje' (een 'grand dessert', daarover later nog meer).

Heb je geen slowcooker dan kan je ze natuurlijk ook in een gewone pan maken!


Stoofpeertjes (uit de slowcooker)
  • 1 fles fruitige rode wijn
  • 150 gram suiker
  • 3 eetlepels honing
  • 1 kaneelstokje
  • 1 vanillestokje, in de lengte opengesneden
  • reep citroenschil
  • 2 kruidnagels
  • 2 zwarte peperkorrels
  • ± 1 kilo kleine stoofpeertjes
  • sap van 1/2 citroen

Schil de peertjes, laat het steeltje eraan. Snijd een dun plakje van de onderkant zodat ze blijven staan. Haal de peertjes door het citroensap zodat ze niet verkleuren.

Schenk de wijn in de binnenpan, voeg suiker, honing, kaneel, vanillestokje, citroenschil, kruidnagels en peperkorrels toe. Doe de deksel op de pan en zet de slowcooker 30 minuten op hoog. Af en toe roeren. Of doe deze ingrediënten in een gewone pan en op heel zacht vuur verwarmen tot de suiker is opgelost.

Zet de peertjes in de pan en verwarm ze 2 - 4 uur (afhankelijk van de grootte van de peertjes) op hoog tot ze gaar zijn. Of laat ze op heel zacht vuur gaar worden in een gewone pan.
Schep de peren met een schuimspaan uit de pan en doe ze in een schaal. Schenk de wijn in een steelpannetje en laat op hoog vuur ± 10 minuten inkoken. Bind de saus met wat maïzena, aangemaakt met water. Zeef de saus over de peren en laten afkoelen.

(Aangepast recept uit "Het slowcooker kookboek")
Eet smakelijk!

25 december 2006

Prettige kerstdagen


Ik wens jullie hele prettige dagen, vol met plezier, liefde en warmte
en natuurlijk smakelijk eten!

22 december 2006

Nog meer Kerststollen


Afgelopen woensdag en vandaag ben ik weer druk in de weer geweest in mijn keuken met ......... alweer kerstollen! Woensdag heb ik drie verschillende versies gemaakt en meegenomen naar mijn werk. Mijn collega's waren vol lof; ik mag in ieder geval weer blijven tot na Kerst 2007 ;-) en vandaag heb ik stollen gemaakt als kerstgroet voor mijn buren en voor eigen gebruik.
  1. Kerststol met 'rumrozijnen' en kaneel (recept hieronder)
  2. Kerststol met fruitmix, sinaasappel en kardemom (recept hieronder)
  3. Kerststol met gekonfijte citroenschil (recept hier)
Ik heb voor nr. 1 en 2 het recept van de Kerststolletjes genomen. De hoeveelheid gist heb ik iets verhoogd (inmiddels ook bij posting van de kerststolletjes) naar 10 gram. Het rijst dan nog beter en de broden worden iets luchtiger. Ik heb ook iets meer amandelspijs gebruikt. Voor de stol met 'rumrozijnen' en kaneel heb ik de ingrediënten verder niet aangepast, in de stol met fruitmix heb ik uiteraard een andere vulling en 'kruiderij' gebruikt. De werkwijze is voor beide stollen hetzelfde, deze heb ik hieronder maar 1 keer vermeld. Zo krijg je dus met 1 basisrecept twee heel verschillende stollen :-).

Kerststol met 'rumrozijnen' en kaneel (1 grote of 2 kleine)

Sponge
  • 37 gram tarwebloem
  • 190 gram lauwwarme melk
  • 9 gram suiker
  • 10 gram droge gist
Deeg
  • 360 gram tarwebloem
  • 57 gram zachte ongezouten boter
  • 37 gram ei
  • 57 gram suiker
  • 5 gram zout
  • 1 theelepel kaneel
  • de sponge
Vulling
  • 100 gram rozijnen
  • 50 gram krenten
  • 0.5 dl donkere rum
  • 40 gram sukade, in stukjes
  • 30 gram oranjesnippers
  • 25 gram geschaafde amandelen
  • ± 200 gram amandelspijs
  • ± 2 eetlepels ei, losgeklopt
  • boter om te bestrijken
  • poedersuiker

Kerststol met fruitmix, sinaasappel en kardemom (1 grote of 2 kleine)

Sponge:
  • 37 gram tarwebloem
  • 190 gram lauwwarme melk
  • 9 gram suiker
  • 10 gram droge gist
Deeg:
  • 360 gram tarwebloem
  • 57 gram zachte ongezouten boter
  • 37 gram ei
  • 57 gram suiker
  • 5 gram zout
  • ½ theelepel kardemom
  • 1 eetlepel geraspte sinaasappelschil of 1 ½ theelepel sinaasappelolie
  • de sponge
Vulling en afwerking:
  • 50 gram rozijnen
  • 150 gram fruitmix
  • 30 gram geschaafde amandelen
  • ± 200 gram amandelspijs
  • 2 eetlepels ei, los geklopt
  • zachte of gesmolten roomboter om te bestrijken
  • poedersuiker

Laat voor de kerststol met 'rumrozijnen' en kaneel de rozijnen en krenten minstens enkele uren weken in de rum. Voor gebruik uit laten lekken en droog deppen met keukenpapier.

Meng de amandelspijs met het ei en zet op een koele plaats weg tot gebruik.

Sponge:
los de gist op in de melk en voeg de bloem en suiker toe. Met een garde/houten lepel omroeren. Afgedekt 30 - 40 minuten laten staan. De sponge rijst dan tot 3 - 4 keer het oorspronkelijke volume.

Deeg: Doe de tarwebloem in de kom van een standmixer, voeg de zachte boter in klontjes toe en mix de boter met de hand of paddle/platte haak door de bloem. Voeg ei, suiker, zout en de kruiden (kaneel voor de 'rum-rozijnenstol' of sinaasappelrasp of -olie en kardemom voor de 'fruitmixstol') toe en roer door elkaar. Voeg dan de sponge toe. Met de deeghaak op stand 1 kneden totdat alles goed gemengd is. Op stand 2 in ±10 minuten tot een soepel deeg kneden. Voeg als laatste de vulling toe. Ik laat de KitchenAid dan even draaien en kneed met de hand de vulling goed door het deeg.

 
1e rijs (totaal ongeveer 2 uur): Vorm een bal van het deeg en leg de deegbal in een licht met zonnebloemolie ingevette kom. Vouw het deeg na 1 uur voorzichtig (1 business letter turn) en laat het verder rijzen tot dubbel volume.

Vormen: Stort het deeg op een licht met zonnebloemolie ingevette werkplek. Druk het deeg uit tot een ovaal van ± 1 cm dik. Maak van de amandelspijs een rol en leg op de deegplak. Vouw het deeg dubbel en druk de naad aan. Leg het deeg op een met bakplaat beklede bakplaat.

Als je 2 kleine stollen wilt maken, verdeel dan het deeg in twee gelijke stukken en volg de beschrijving hierboven.

2e rijs: 1 – 1 1⁄2 uur op kamertemperatuur. Het deeg is voldoende gerezen als je er met een vinger op drukt en de vingerafdruk verdwijnt weer langzaam.

Bakken: Verwarm de oven tijdens het laatste kwartier van de rijstijd op 180 °C. Bak de stol 15 minuten en verlaag dan de temperatuur naar 150 °C. Bak in nog ± 15 (2 kleine stollen) of ± 20 minuten (grote stol) gaar en goudbruin. Bestrijk het brood direct na het bakken met zachte/gesmolten boter. Leg het brood op een rooster en laat het afkoelen.

Bestrooi de stol voor het serveren royaal met poedersuiker.

20 december 2006

Sinaasappel tiramisú

Deze sinaasappel tiramisú is weer eens iets anders dan de versie met lange vingers en koffielikeur. Ik heb gewone bitterkoekjes gebruikt, in plaats daarvan kan je ook Italiaanse bitterkoekjes (Amaretti) gebruiken. Ga ik volgende keer zeker doen, de gewone bitterkoekjes blijven vrij stevig. Mascarpone is een verse Italiaanse roomkaas, te koop in kuipjes van 250 gram bij de (betere) supermarkt.

Wil je liever geen likeur gebruiken, vervang dan de 5 eetlepels Grand Marnier door dezelfde hoeveelheid sinaasappelsap.

Sinaasappel tiramisú
  • 300 gram (Italiaanse) bitterkoekjes
  • 5 eetlepels Grand Marnier
  • geraspte schil van 1 sinaasappel
  • 2 dl vers geperst sinaasappelsap
  • 125 gram poedersuiker
  • 4 blaadjes witte gelatine
  • 250 gram Mascarpone
  • 50 gram gekonfijnte sinaasappelschilletjes, in stukjes
  • 2 dl slagroom, bijna stijfgeklopt
  • extra poedersuiker en gekonfijte sinaasappelschilletjes om te garneren
Bitterkoekjes naast elkaar in een schaal leggen en likeur erover sprenkelen.

Blaadjes gelatine ± 5 minuten weken in koud water. Sinaasappelsap met poedersuiker verwarmen tot suiker is opgelost. Gelatine uitknijpen en van het vuur af in het sap oplossen. Mengsel iets laten afkoelen.

Geraspte sinaasappelschil en gekonfijte schilletjes door de mascarpone roeren. Gelatinemengsel door de mascarpone roeren. Voorzichtig de slagroom in gedeelten door de mascarpone spatelen.

Mengsel op de bitterkoekjes scheppen. Bovenkant gladstrijken. Afgedekt in de koelkast in ± 4 uur laten opstijven. Je kan dit zelfs al 24 uur van tevoren doen. De 'gewone' bitterkoekjes worden zachter naarmate de tiramisú langer staat.

Voor serveren royaal met poedersuiker bestrooien en garneren met reepjes gekonfijte sinaasappelschil.

Eet smakelijk!

Cranberry sinaasappelkoekjes


Heerlijke koekjes, al zeg ik het zelf :-). In plaats van geraspte sinaasappelschil heb ik sinaasappelolie gebruikt. Deze olie is sterker van smaak dan geraspte schil, met mate gebruiken dus. Gelukkig maar, want het is nogal prijzig. Als je goed kijkt op de foto kan je nog net de prijs zien, ik heb er in New York $ 13,99 voor betaald!

Cranberry sinaasappelkoekjes (± 36 stuks)

  • 260 gram patentboem
  • 1 ½ theelepel bakpoeder
  • ¼ theelepel baking soda
  • ¼ - ½ theelepel zout
  • 170 gram zachte roomboter
  • 200 gram suiker
  • 1 groot ei
  • 1 ½ theelepel sinaasappelolie of 1 eetlepel geraspte sinaasappelschil
  • 175 gram gedroogde cranberries

Verwarm de oven voor op 180 ° C. Bekleed 1 of meer bakplaten met een bakmatje of bakpapier. Meng de bloem, bakpoeder, baking soda en zout in een kom.

Klop de suiker en de boter met de platte klopper/paddle van de KitchenAid eerst op stand 2 en als alles gemengd is op stand 4 - 6 (of met de mixer) licht en luchtig in ± 10 minuten. Af en toe de wanden schoonschrapen.
Voeg het ei en de sinaasappelolie of geraspte sinaasappelschil toe en mix nog ± 5 minuten.

Voeg het bloemmengsel in twee of drie gedeelten toe, voorzichtig met een spatel omscheppen totdat alle bloem is opgenomen. Roer er als laatste de cranberries door.

Schep balletjes deeg op de bakplaat. Het makkelijkst gaat dit met een kleine ijsbolletjestang. Laat wat ruimte tussen de koekjes, ze lopen een klein beetje uit.

Bak ze in 12 – 15 minuten gaar en bruin. Laat 5 minuten afkoelen op de bakplaat en laat ze vervolgens helemaal afkoelen op een rooster.

18 december 2006

De zoektocht naar de ideale kandidaten voor Kerst


Ieder jaar weer ga ik op zoek naar de ideale kerstkandidaten. En ook ieder jaar weer op het laatste moment! Ik blader al mijn kooktijdschriften, kookboeken, knipsels en mappen door, zoek op internet en uiteindelijk 'prik' ik er een paar. Ik probeer altijd recepten uit voordat ik ze mijn gasten voorzet om vreselijke missers te voorkomen.

De ideale kandidaten moeten aan een aantal voorwaarden voldoen:
  • alle gasten 'moeten' het lusten;
  • niet al te ingewikkeld zijn zodat ik tussendoor ook nog andere dingen kan doen;
  • een gedeelte moet kunnen worden voorbereid omdat ik op de kerstdag zelf niet met een rood hoofd tussen gasten en keuken heen en weer wil rennen;
  • ze moeten echt lekker zijn (maar smaken verschillen, dat besef ik me);
  • het mag wel wat kosten, maar ook weer niet zoveel dat ik net zo goed luxe uit eten had kunnen gaan.
Afgelopen weekend heb ik vier mogelijke kandidaten getest en beproefd:
  1. Cranberry tulband (voor bij de koffie)
  2. Gemarineerde eendeborstfilet met bosbessen (hoofdgerecht)
  3. Aardappelrozetjes (bijgerecht)
  4. Advocaatmousse (nagerecht)
Een 5e kandidaat is op dit moment in voorbereiding: sinaasappeltiramisu.

De 4 geteste kandidaten zijn goed bevonden, maar of ze het uiteindelijk ook worden? Ik heb nog geen idee! Altijd weer die twijfel hè, of er toch nog niet iets lekkerders is..... (hoewel de eendeborst wel heeeeel erg lekker was!).

De recepten kan je vinden door naar beneden te scrollen of op de naam te klikken van het gerecht.

Nu zoek ik nog naar kandidaten voor een voorgerecht. Iemand suggesties?

Cranberrytulband

Ja, ze zijn er weer.............. verse cranberries :-). Heerlijk om compote mee te maken, in sauzen, in de rode kool, in cake en muffins enz. enz. én ze schijnen te helpen bij blaasontsteking.

Onderstaande tulband is kruidig en fris tegelijk. Als je niet van cranberries houdt, maak hem dan zonder vulling, ook dan is ie erg lekker.

Cranberrytulband

Vulling:
  • 60 gram blanke amandelen
  • 150 gram verse cranberries
  • 2 theelepels kaneel
  • 85 gram witte basterdsuiker
Deeg:
  • 110 gram roomboter, op kamertemperatuur
  • 2 grote eieren, losgeklopt
  • 160 gram witte basterdsuiker
  • 225 gram zure room
  • 40 gram fijngehakte amandelen
  • 325 gram bloem
  • mespunt zout
  • 1 theelepel kaneel
  • 1/2 theelepel baking soda
  • 1 theelepel bakpoeder
  • poedersuiker, om te bestrooien
  • tulbandvorm, ingevet
Verwarm de oven voor op 180 °C.

Maal de amandelen in een keukenmachine tot een grof poeder en doe dit in een grote kom. Maal in de keukenmachine de cranberries grof. Schep ze bij de amandelen en voeg kaneel en suiker toe. Meng het geheel goed.

Klop met een mixer de zachte boter, losgeklopte eieren, suiker, zure room en de fijngehakte amandelen tot een zacht mengsel. Zeef bloem, zout, kaneel, baking soda en bakpoeder boven het botermengsel. Schep het voorzichtig door elkaar.
Schep de helft van het deeg in de ingevette vorm. Verdeel het cranberrymengsel over het deeg.


Schep de rest van het deeg erop.

Bak de tulband ongeveer 50 minuten. Hij is gaar als een prikker in het dikste gedeelte van de tulband gestoken er schoon uitkomt. Laat de tulband 15 minuten in de vorm afkoelen. Haal de tulband voorzichtig uit de vorm en zet hem op een rooster. Strooi en poedersuiker over en laat de cake volledig afkoelen voordat je hem gaat snijden. Eventueel vlak voor serveren nogmaals met poedersuiker bestrooien.

Ter info:
De cranberry of veenbes komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en is in Nederland een exoot. In 1840 is een vat bessen op Terschelling aangespoeld, waarna ze hier inburgerde. De plant is hier in 1868 ontdekt door de botanicus Franciscus Holkema. Op Terschelling komen uitgebreide velden van de cranberry voor, en de pluk van de bessen is er aan een veenbes-bedrijf verpacht. De oogst van de Terschellinger Cranberries vindt plaats gedurende de maanden september en oktober. Ook op Vlieland komen grotere velden voor. Op de overige waddeneilanden is de Cranberry een zeldzaamheid. De cranberry wordt ook in klein aantal gevonden in het Fochteloërveen en het Eesveen op de grens van Friesland en Drenthe. De officiële Nederlandse naam van de plant is cranberry of Amerikaanse veenbes. Ook wordt de plant wel Lepeltjesheide genoemd. Op Terschelling staat de plant bekend als Pieter-Sipkesheide, naar de vinder van het vat in 1840.

Eet smakelijk!

Gemarineerde eendeborst met bosbessen

Het is niet netjes, dus ik heb het niet gedaan, maar ik had bijna mijn bord afgelikt. Zo lekker vond ik deze eendeborst in een saus met bosbessen!

Het bereiden van dit gerecht kost relatief weinig tijd (± 20 minuten), maar je moet wel 12 - 24 uur van tevoren met de voorbereiding beginnen. Het vlees wordt namelijk gemarineerd in rode wijn en crème de cassis. Deze marinade geeft het vlees een hele lekkere smaak.

Gemarineerde eendeborst met bosbessen


Voor de marinade:
  • 2 dl rode wijn
  • 1/2 dl crème de cassis (slijter)
  • 2 takjes verse rozemarijn of een vingergreepje gedroogde
  • 3 eetlepels olijfolie
  • peper
Verder:
  • 2 grote of 4 kleine eendeborstfilets, met vel
  • 25 gram roomboter
  • 4 eetlepels bosbessenjam
  • scheut slagroom of room culinair
  • 100 gram bosbessen (eventueel uit de diepvries)
Breng de ingrediënten voor de marinade aan de kook en laat afkoelen. Snijd in het vel van de eendeborstfilets met een scherp met een ruitjesmotief en leg ze in een schaal.

Schenk de afgekoelde marinade over de eendeborsten en marineer het vlees, afgedekt, 12 - 24 uur in de koelkast.

Dep de eendeborstfilets droog met keukenpapier en bestrooi ze op de zijde zonder vel met wat zout. Verhit de boter en bak de eendeborstfilets eerst ± 10 minuten op de velkant. Bak ze nog 5 - 8 minuten op de andere kant. Niet te gaar laten worden, het vlees moet rosé blijven. Haal uit de pan en verpak in aluminiumfolie. Giet het bakvet voor het grootste deel uit de pan. Schenk 1 ½ dl van de marinade in de pan, roer de bosbessenjam erdoor en breng alles aan de kook. Voeg de room toe en laat de saus wat inkoken. Eventueel nog op smaak brengen met zout en peper. Roer als laatste de bosbessen door de saus.

Snij het vlees schuin in plakken en verdeel over de (voorverwarmde) borden. Schep er wat saus over/naast.

Eet smakelijk!

Aardappelrozetjes

Deze feestelijke aardappelpureetorentjes zijn de ideale begeleider van veel gerechten. Ze worden gemaakt van een fijne aardappelpuree. Het beste kan je hiervoor een 'pureeknijper' gebruiken, maar je kunt ook de aardappelen met een lepel door een zeef drukken of fijnmaken in een keukenmachine. Met de pureeknijper krijg je een extra fijne en luchtige puree.

Aardappelrozetjes
  • 800 gram aardappelen, geschild en in stukjes
  • 1 dl hete melk
  • 25 gram boter
  • zout, peper
  • 2 eieren, losgeklopt
Kook de aardappelen gaar, giet af en pureer ze. Maak er een gladde en stevige puree van door de hete melk en de boter toe te voegen. Maak op smaak met zout en peper. Laat de puree wat afkoelen en roer er dan de losgeklopte eieren door.

Verwarm de oven voor op 200 °C.

Doe de puree over in een linnen spuitzak en spuit met een grof spuitmondje rozetjes (of andere vormpjes) op een beboterde bakplaat. Bak de rozetjes ± 20 minuten op de middelste richel van de oven. Ze zijn goed als de randjes licht beginnen te kleuren. Met een pannenkoekenmes van de bakplaat losmaken en direct serveren.

Eet smakelijk!

Advocaatmousse

Het is lang geleden dat ik advocaat gelepeld heb. Als kind kreeg ik het wel eens bij mijn oma, hoewel mijn moeder dat toen eigenlijk niet goed vond. Maar oma zei dan altijd met een brede lach "gewoon opeten als je moeder niet kijkt". En dat deed ik! Stiekum genieten van een advocaatje, het liefst nog met een toefje slagroom, uit een speciaal glaasje met een prachtig advocaatlepeltje, nog kleiner dan een theelepel.

Advocaatmousse
  • 2 blaadjes gelatine
  • 2 dl slagroom
  • 40 gram kristalsuiker
  • ± 1,5 dl advocaat
  • 2 eetlepels sinaasappelsap, vers geperst
Garnering:
  • verse fruit zoals bosbessen, aardbeien, frambozen of
  • boerenjongens (rozijnen op brandewijn)
  • of wat je maar lekker vindt
Week de blaadjes gelatine ± 5 minuten in een bakje met koud water. Klop in de tussentijd de slagroom met de suiker bijna stijf. Verwarm het sinaasappelsap in een klein pannetje en los daarin (van het vuur af!) de uitgeknepen gelatineblaadjes op, onder voortdurend roeren. Roer het gelatinemengsel door de advocaat. Spatel voorzichtig in gedeelten de slagroom door de advocaat. Doe het mengsel meteen over in glazen schaaltjes of in met koud water omgespoelde vormpjes. Laat een paar uur opstijven in de koelkast.

Stort de mousse op een bordje of laat het in de glazen schaaltjes. Lekker erbij is een paar lepels 'boerenjongens' (rozijnen op brandewijn) of vers fruit. Garneer met een toefje slagroom.

NB: ik had wat moeite om de mousse uit geribbelde vormpjes te lossen, de mousse is makkelijker te 'lossen' uit een vormpje met een gladde wand.

Eet smakelijk!

17 december 2006

Kerststol


Inmiddels heb ik zoveel verschillende Kerststolrecepten, dat ik door de bomen het bos niet meer zie..... De keuze wordt op deze manier wel erg moeilijk. Wat heb ik vervolgens gedaan? Uit al die recepten de ingrediënten genomen waarvan ik denk dat ze lekker bij elkaar zijn en zelf een recept samengesteld.

Het heeft goed uitgepakt! Het is een stol geworden met een frisse smaak door de gekonfijte citroenschilletjes. De structuur is zacht en door de verschillende kleuren van de vulling ziet hij er vrolijk uit. De kruiden overheersen niet, ze geven net een subtiele smaak.

De gekonfijte citroenschilletjes heb ik eerst zelf gemaakt (zie recept). Als je het makkelijker wilt doen kan je ook citroenrasp gebruiken, maar dat geeft een iets andere smaak.

Kerststol

Deeg:
  • 370 gram tarwebloem
  • 10 gram droge gist
  • 165 gram lauwwarme melk
  • 60 gram ei, los geklopt
  • 65 gram suiker
  • 7 gram zout
  • 75 gram ongezouten zachte roomboter
  • ¼ theelepel piment
  • ¼ theelepel kardemom
  • ¼ theelepel gemberpoeder
Vulling en afwerking:
  • 50 gram krenten
  • 75 gram gele rozijnen
  • 55 gram bigarreaux, in stukjes
  • 15 gram gekonfijte citroenschil, in stukjes (zie recept) of citroenrasp
  • 35 gram gekonfijte sinaasappelschil, in stukjes
  • 180 gram amandelspijs, aangemaakt met 1 - 2 eetlepels los geklopt ei
  • zachte of gesmolten roomboter
  • poedersuiker
Krenten en rozijnen wellen: Wel (de avond van tevoren) de krenten en rozijnen ± 15 minuten in lauw water. Laat (de hele nacht) in een vergiet uitlekken en/of dep ze goed droog. Meng de krenten, rozijnen, bigarreaux, gekonfijte citroenschil en gekonfijte sinaasappelschil in een schaaltje door elkaar.

Deeg in een standmixer kneden: Doe bloem, droge gist, melk, ei, suiker, zout, boter en kruiden in de kom. Kneed met de deeghaak in 10 - 15 minuten tot een soepel en elastisch deeg. Laat het deeg ± 15 minuten afgedekt staan er kneed er dan (met de machine of met de hand) de vulling door.

1e rijs: Vorm een bal van het deeg en leg de deegbal in licht met zonnebloemolie ingevette kom, 1 keer draaien zodat alle kanten met een beetje olie bedekt zijn. Laat het deeg op kamertemperatuur in  ± 1 ½ uur rijzen tot (bijna) dubbel volume.

Vormen: Stort het deeg op een licht met zonnebloemolie ingevette werkplek. Druk het deeg uit tot een ovaal van ± 1 cm dik. Maak van de amandelspijs een rol en leg de rol op de deegplak. Vouw het deeg dubbel, naad goed aandrukken. Leg het deeg op een met bakpapier beklede bakplaat.

 
2e rijs: Laat het deeg op kamertemperatuur ± 1 uur rijzen.

Oven voorverwarmen: Verwarm de oven tijdens tijdens de 2e rijs voor op 175 °C.

Bakken: Bak de stol 10 minuten en verlaag dan de temperatuur naar 150 °C. Bak het brood in nog ± 30 minuten gaar en goudbruin. Bestrijk de stol direct na het bakken met zachte of gesmolten boter. Laat de stol op een rooster afkoelen. Bestrooi met poedersuiker voor het serveren.